16e en 17e eeuw 
1) Inleiding
2) Historielied
3) Spot- en danslied
4) Geestelijk lied
Historielied
Slaet op den trommele (van dirredomdeine)

Klik op de trommel!

Oorsprong:
Dit historielied is een geuzenlied dat stamt uit de tijd van de 80-jarige oorlog (1568-1648).

‘Geuzen' (van het Franse woord 'gueux', bedelaar) werd in 1566 als erenaam aangenomen door de protestantse, prinsgezinde opstandelingen o.l.v. Willem van Oranje. De Geuzenliederen werden vaak gemaakt door anonieme dichters.
Het bekendste geuzenlied is het ‘Wilhelmus'. Het lied ‘Slaet op den trommele' was echter ook populair.
In zijn oorspronkelijke vorm verscheen dit lied in ‘Een nieu Geusen Liedtboeck' uit 1581.
Het moet omstreeks 1566 gemaakt zijn door M. Arent Dircxz. Vos, Pastoor in De Lier (Zuid-Holland).
Hij maakte het kort voordat hij zelf in 1570 werd terechtgesteld in 's Gravenhage o.a. vanwege het bezitten
van een ‘oproerkraaiend refrein' of rondeel (misschien wel dit lied).

Waarom populair?

In de tijd van de 80-jarige oorlog werden de Hollanders onderdrukt door de Spaanse overheersers.
D.m.v. (verboden) vliegende blaadjes probeerden opstandelingen, zoals de geuzen toch de strijd aan te wakkeren
of nieuws over de Hollandse zijde van de strijd te verspreiden.
Ook in de liedjes werden de mensen op de hoogte gehouden.
Het volk wilde graag bevrijd worden en/of zich verzetten tegen de onderdrukkers, dus ze zongen deze liederen graag mee.
De meeste liederen van oorlogen verdwenen later weer, maar een aantal bekende geuzenliederen werd zelfs verzameld en gebundeld, zoals in het ‘Nieu Geusen Lieden Boecxken' uit 1581. ‘Slaet op den trommele' was ook bekend,
misschien wel vanwege de vele tekstherhalingen en het ‘dirredomdeine' in de eerste strofe.
Hierdoor is het lied gemakkelijk om mee te zingen.

Inhoud:
Dit lied was bedoeld om de mensen op te zwepen zich tegen Spanje te keren in de 80-jarige oorlog en het was een soort propaganda voor de geuzen (Vive de geus).
Het is een oproep tot verzet en tot eerbiediging van Gods woord.
Verder wordt de geuzen moed ingesproken en het lied keert zich af van Spanje
(en de Inquisitie). Tot de val van Antwerpen (1585) geven de geuzenliederen in het algemeen een beeld van: de gevechten tegen Spanje;
het
plaatselijke verzet in steden als Leiden en Den Briel, en van de rouw om de dood van Willem van Oranje.
Later gaan de liederen over de heldendaden van prins Maurits en Frederik Hendrik,
en over de politiek van hertog Alva die in 1567 naar Nederland kwam.
Naarmate de omstandigheden in de oorlog gunstiger werden voor Nederland, ontstonden er meer liederen met lof voor de Republiek.
Een groeiend element in de geuzenliederen was het hekelen van katholieken.
Katholieken hekelden op hun beurt de protestanten en beantwoordden de liederen van de tegenstander met zogenaamde tegenliederen (dezelfde melodie, maar dan een andere tekst). Dit was in de zestiende eeuw heel populair. Zo is het Wilhelmus van oorsprong ook een tegenlied!

Opdracht 7:
Bekijk de tekst van ‘Slaet op den trommele'. Geef per strofe aan, waar de tekst over gaat.
Zoek het juiste antwoord bij de juiste strofe:

Strofe

Inhoud

Antwoord (bijvoorbeeld 1A, 2B, enz.)

1

A De Geuzen moed inspreken

 

2

B Mensen aanspreken

 

3

C Vragen om goedkeuring van God

 


Liedsoort:
In een historielied werd meestal een belangrijke historische gebeurtenis bezongen. Een aantal liederen is in het Antwerps Liedboeck opgenomen.
Daarin zijn twee soorten historieliederen te vinden:
•  Klaagliederen op dood van een vorst of vorstin;
•  Strijd- en overwinningsliederen: om het vuur brandend te houden of aan te sporen tot verzet/strijd d.m.v. vliegende blaadjes, bijvoorbeeld bij de geuzenliederen (strijdliederen).
Ze werden geschreven op oude, bekende en populaire melodieën en hadden soms veel coupletten. Meestal werden de geuzenliederen gedrukt op losse bladen en voor weinig geld verkocht. Een aantal liedjes afkomstig van deze liedbladen werd op een gegeven moment verzameld.

 

Ga door naar de volgende pagina:
Spot- en danslied 'Zeg kwezelken wilde gij dansen': opdracht 8

Of ga terug naar:
16e en 17e eeuw- Inleiding