16e en 17e eeuw 
1) Inleiding
2) Historielied
3) Spot- en danslied
4) Geestelijk lied
Spotlied en danslied
Zeg Kwezelke, wilde gij dansen
Klik op het kwezelke!
Oorsprong:
Het volk heeft de kwezels (zie inhoud) altijd in de maling genomen. De tekst en melodie van dit lied zijn door Jan Frans Willems naar mondelinge overleveringen uit Zuid-Nederland genoteerd (ongeveer 1840). De vermoedelijke datering van het lied is ongeveer 1550.

Waarom populair?
Bij (dorps)feesten werd gedanst en gelachen. Dit lied is een mooie combinatie van beiden.
Aan de ene kant kan er op dit lied gedanst worden, maar anderzijds heeft het ook een spottende tekst (zie inhoud).
Het heeft verder een aanstekelijk ritme en de tekst is door de vele herhalingen gemakkelijk mee te zingen.

Inhoud:
Een kwezelke of een begijn (denk aan het Begijnhof in Amsterdam)
is een persoon die uiterst vroom wil leven en zeker niet mag dansen!
Het is een afkeurende benaming voor een vrouw, die een overdreven vroom leven leidt. Het is een vrouw die eigenlijk in het klooster wil, maar het niet kan omdat bijvoorbeeld het klooster vol zit. Ze wordt dan lid van een min of meer vrije kloosterorde. Begijnen woonden vaak in de buurt van het klooster waar zij hadden willen intreden.
Zo konden zij toch nog deelnemen aan de liturgie in de kloosterkerk.
De kloosterlingen zagen de begijnen echter liever vertrekken en dat was het begin van de statusverlaging. De afzonderlijk sober levende groepjes vrouwen werden door de samenleving bespot en gehoond.
Vanaf 1215 zijn bronnen bekend waaruit blijkt dat deze groepen vrouwen 'Beguinae' of 'Begijnen' werden genoemd. Het is een scheldwoord van het volk. Zo'n persoon die (te) keurig wil leven,
wordt graag door het volk in de maling genomen: zo ook in dit lied.

Een begijnhof

Liedsoort:
Het is een spotlied en danslied. In de tekst worden kwezelkes en begijnen in de maling genomen en daarbij is het een lied om op te dansen. Het heeft een dansritme en de tekstaccenten zijn daarop gebaseerd.

Opdracht 8:
Klik hier voor de tekst en de melodie van het lied.
a) Per couplet wordt iets aan het kwezelke aangeboden. Wat?
b) Hoe reageert het kwezelke daarop?
c) Het kwezelke wordt in de eerste plaats in de maling genomen, omdat ze moet dansen, maar dat mag ze niet.
Op welke manier wordt ze nog meer in de maling genomen? (Let vooral op de tekst van het laatste couplet).

Ga door naar de volgende pagina:
Geestelijk lied 'Nu zijt wellekome': opdracht 9

Of ga terug naar:
- 16e en 17e eeuw - Inleiding
- Historielied: opdracht 7