18e en 19e eeuw
1) Inleiding
2) Straat- of moordlied

3) Arbeidslied

Arbeidslied
Komt vrienden in het ronde(n)


Oorsprong:
Ten alle tijden is het arbeids- of ambachtslied er al. De oudste genoteerde arbeidsliederen staan in het Antwerps Liedboek. De tekst en melodie van ‘Komt, vrienden, in het ronde(n)' zijn naar mondelinge overlevering door Jan Bols te Lubbeek in Vlaanderen (1895) genoteerd.
De vermoedelijke datering is ongeveer 1700. De meeste arbeidsliedjes waren uit die tijd afkomstig uit 18e eeuwse liedboekjes of ‘vliegende blaadjes'.  

Klik op het plaatje!


Waarom populair?

Even populair als tegenwoordig de tophits waren in vroegere tijd de liederen waarin ambachten en beroepen werden bezongen.
De verschillen met tophits zijn, dat sommige arbeidsliederen generaties lang op het repertoire bleven
en dat ze een grote cultuurhistorische waarde hebben. Het ambachtslied is met name populair geworden en gebleven,
omdat het in populaire liedbundels, zoals het ‘Nederlands Volkslied' van Pollmann en Tiggers is opgenomen.

Inhoud:
‘Komt vrienden in het ronde' is een typisch voorbeeld van een ambachtslied, dat het eigen vak ophemelt boven alle andere.

Opdracht 13

Bekijk de tekst van het lied.
•  Welke ambacht wordt in dit lied opgehemeld?
•  Per strofe wordt het nadeel van een ander belangrijke ‘stiel' of ambacht beschreven. Welke?
•  Het refrein geeft de beweging weer die slijpers deden wanneer ze aan het werk waren. Welke beweging?

Liedsoort:
Er zijn twee definities voor een arbeids- of ambachtslied:
•  een lied, wat tijdens het werk gezongen wordt ter verlichting van de arbeid;
•  een lied, dat het werk beschrijft, lof erover zingt of waarin het werk wordt bespot, zoals het lied ‘Komt vrienden in het ronde(n)'.
De verschillende beroepen of ambachten hebben soms verschillende statussen.
Voor enkele beroepen was bijzondere belangstelling te vinden in de liederen, maar andere ambachten ontbreken. Zo zijn er veel liedboeken met zeemansliederen. Zeemannen werden vaak gezien als losbollen. De molenaar was in liedjes meestal een dief. De boer, wever, diamantslijper en scharenslijper werkten in de spottende en humoristische liederen alleen om het geld en verbrasten het snel. Ook werd graag spot gedreven met schoolmeesters, advocaten, kwakzalvers en ‘geleerde' doctoren.

Je bent nu klaar met de 18e en 19e eeuw.
Ga door naar de volgende periode: 20e eeuw


Of ga terug naar:

- 18e en 19e eeuw - Inleiding
- Straat- of moordlied: opdracht 12