18e en 19e eeuw
De opdrachten 10 t/m 13 gaan over de 18e en 19e eeuw, verdeeld over 3 onderdelen: 1) Inleiding 2) Straat- of moordlied 3) Arbeidslied

INLEIDING

In deze periode kwam een bloei van de straatzang.
Rondtrekkende straatzangers konden worden gezien als de verspreiders en eerste verzamelaars van het volkslied.
In de tweede helft van de 18e eeuw verschenen de eerste theorieën m.b.t. het volkslied in Duitsland
(bijvoorbeeld door J.G. Herder: begrip ‘volkslied').
Deze belangstelling voor het volkslied was te vinden als reactie op de kunstmuziek van die tijd.

Tijdens het Rationalisme van de Verlichting was de kunstmuziek helemaal tegengesteld aan de volksmuziek geworden.

Men ging liedjes verzamelen en optekenen bij oude mensen. De gedrukte standaardversie werd steeds populairder.
Jammer was wel, dat hierdoor de mondeling overgeleverde originelen steeds vaker op de achtergrond raakten.

In Nederland werden de meeste volksliedjes pas in het begin van de twintigste eeuw verzameld.

 

Moralistische liederen:

Eind 18e eeuw kwamen er meer moralistische liederen, met name na het oprichten van de ‘Maatschappij tot Nut van 't Algemeen' in 1793.
Het volk moest deugdzaamheid, orde, braafheid, godsdienstigheid en vaderlandsliefde worden bijgebracht, ook via volksliederen.

Populair waren de liedjes-in-de-volkstoon. Deze werden ook op school aangeleerd.

Volgens de bourgeoisie van die tijd was de functie van het volkslied om het kritische denken in te dammen en opstanden van het volk tegen te gaan. Daarbij was het opwekken van het nationaal gevoel belangrijk, vooral in de tijd van Napoleon. Een voorbeeld van een moralistisch lied is het zeemanslied ‘Ferme jongens, stoere knapen'.

Opdracht 10:

Beluister en bekijk het lied ‘Ferme jongens, stoere knapen'. Kijk goed naar de tekst.

Wat moeten schoolkinderen hieruit leren?

Nationalistische liederen
In de 19e eeuw maakte het nationalisme in Europa een grote opgang.
Het natiebesef vond een doorbraak tijdens de Franse Revolutie.
Er ontstonden allerlei nationalistische bewegingen.
Mensen hechten er waarde aan tot een bepaalde groep te horen.
In de 19e eeuw voelden de meeste mensen zich sterk gebonden aan het eigen land: Nederland.
Het samen zingen van nationalistische liederen versterkte dat gevoel van saamhorigheid.
In deze liederen werden vooral de positieve elementen van het land benadrukt en soms waren de teksten ook moraliserend.

Ieder land en iedere streek kreeg in deze tijd ook een eigen volkslied.
Nationalistische liederen werden ook op school veel gezongen.
Een voorbeeld van zo'n nationalistisch lied is ‘Mijn Nederland', ook bekend onder de naam ‘Waar de blanke top der duinen'

Opdracht 11:
Beluister en bekijk het lied ‘Mijn Nederland' en kijk naar de tekst.
Citeer drie zinnen uit het lied, waarin het nationalistische ‘Nederland'-gevoel duidelijk naar voren komt.

Amusementsmuziek
Eind 19e eeuw ontwikkelde zich langzamerhand de amusementsmuziek.
Er ontstond een mechanische productie van muziek d.m.v. amusementsbedrijven.
Steeds minder werd er actief gezongen door het volk. Men luisterde in de steden steeds meer naar straatzangers en kermisklanten, variététheaters, revues en kroegorkestjes, zonder zelf actief mee te doen. Amusementsmuziek was ter vermaak en afleiding.
Door de verbeterde druktechniek kwam er een betere afzetmarkt voor bladmuziek van populaire liedjes en mechanische muziekmachines, zoals het draaiorgel.

 

Naast het moralistisch lied en het nationalistische lied volgen op de volgende pagina's nog twee voorbeelden
van liederen uit de 18e en 19e eeuw:
1) Straat- of moordlied 'De moord van Raamsdonk': opdracht 12
2) Arbeidslied 'Komt vrienden in het ronde(n): opdracht 13